Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak 1 voor zover aangevochten;
- bevestigt de aangevallen uitspraak 2.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 mei 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen twee eerdere uitspraken van de rechtbank Middelburg. De zaak betreft de intrekking en terugvordering van een persoonsgebonden budget (pgb) dat aan appellante was toegekend op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Appellante had het pgb ontvangen voor de jaren 2008 en 2010, maar het college van burgemeester en wethouders van Borsele heeft gesteld dat appellante onvoldoende verantwoording heeft afgelegd over de besteding van dit budget.
De rechtbank had in eerdere uitspraken geoordeeld dat appellante niet voldoende bewijs had geleverd voor de besteding van het pgb. Appellante had contante betalingen aan zorgverleners gedaan, maar kon geen bankafschriften of andere objectieve documenten overleggen die de betalingen konden onderbouwen. De rechtbank oordeelde dat de door appellante overgelegde stukken, waaronder een verklaring van de zorgverlener en een zorgovereenkomst, niet voldoende waren om aan te tonen dat het pgb correct was besteed.
De Centrale Raad van Beroep heeft het oordeel van de rechtbank bevestigd en geoordeeld dat appellante niet aan haar verantwoordingsplicht heeft voldaan. De Raad benadrukte dat appellante in hoger beroep geen nieuwe gronden had aangevoerd die het oordeel van de rechtbank konden weerleggen. De Raad concludeerde dat het college terecht tot terugvordering van het pgb was overgegaan, omdat niet was aangetoond dat het budget was besteed aan de zorg waarvoor het was bedoeld. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.