ECLI:NL:CRVB:2014:1646
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.P.M. Zeijen
- R.H.M. Roelofs
- F. Hoogendijk
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening bijstandsbesluit op grond van de WWB
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 mei 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant had op 11 november 2004 een aanvraag ingediend voor bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), welke aanvraag door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam op 12 januari 2005 was afgewezen. Na bezwaar en beroep werd aan de appellant bij besluit van 4 januari 2007 bijstand toegekend voor de periode van 11 november 2004 tot en met 25 juli 2005. Appellant heeft echter geen beroep ingesteld tegen dit besluit. Op 27 mei 2011 verzocht appellant het college om herziening van het besluit van 4 januari 2007, waarbij hij stelde dat hij als dakloze in Rotterdam verbleef en dat de bijstand voortgezet moest worden naar de norm voor een adresloze verblijvende in een opvanginstelling. Het college heeft dit verzoek op 30 mei 2011 afgewezen, omdat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden waren die een herziening rechtvaardigden.
De rechtbank heeft het beroep tegen het besluit van 24 augustus 2011 ongegrond verklaard, waarna appellant in hoger beroep ging. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat het verzoek van appellant niet kon worden opgevat als een nieuwe aanvraag voor bijstand, maar als een herhaling van de eerdere aanvraag. De Raad concludeerde dat appellant geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangedragen die een herziening van het eerdere besluit rechtvaardigden. De rechtbank had het beroep tegen het bestreden besluit terecht ongegrond verklaard. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak en wees de proceskostenveroordeling af.