ECLI:NL:CRVB:2014:1501
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.J.M. Heijs
- J.Th. Wolleswinkel
- M.C.D. Embregts
- Rechtspraak.nl
Ontslag wegens plichtsverzuim en onvoldoende motivering in bestuursrechtelijke context
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen het ontslag dat haar is verleend door het College van Dijkgraaf en Hoogheemraden van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden wegens ernstig plichtsverzuim. Appellante, die sinds 1995 in dienst was, kreeg op 5 juli 2010 ontslag omdat zij vertrouwelijke informatie had gedeeld met een geschorste collega. Het college verklaarde het bezwaar van appellante ongegrond, wat leidde tot een rechtszaak. De rechtbank oordeelde dat het college onvoldoende had gemotiveerd waarom het in afwijking van het advies van de commissie had beslist en vernietigde het bestreden besluit. In hoger beroep voerde appellante aan dat de verweten gedraging niet als plichtsverzuim kon worden aangemerkt. De Raad voor de Rechtspraak bevestigde echter dat het college de gedraging terecht als plichtsverzuim had aangemerkt. De Raad oordeelde dat er een impasse was ontstaan in de arbeidsverhouding, wat een grondslag bood voor ontslag. De Raad vernietigde het nadere besluit van het college, maar handhaafde de rechtsgevolgen van het ontslag met ingang van 1 november 2011. Tevens werd het college veroordeeld tot het betalen van wettelijke rente en proceskosten aan appellante.