ECLI:NL:CRVB:2014:148
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.J.T. van den Corput
- R.E. Bakker
- K. Wentholt
- Rechtspraak.nl
Afwijzing WIA-uitkering op basis van medische en arbeidskundige onderbouwing
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 januari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een WIA-uitkering aan appellant, die zich na een korte periode als koerier ziek had gemeld wegens psychische klachten. Appellant had op 13 januari 2010 een aanvraag ingediend voor een WIA-uitkering, maar het Uwv concludeerde na onderzoek dat hij bij aanvang van de verzekering volledig arbeidsongeschikt was en dat zijn maatmaninkomen niet kon worden gebaseerd op zijn laatstelijk verrichte functie. De rechtbank had het beroep van appellant ongegrond verklaard, en in hoger beroep herhaalde appellant zijn standpunt dat het Uwv ten onrechte had geconcludeerd dat hij ongeschikt was voor zijn werk als chauffeur.
De Raad oordeelde dat het Uwv zich terecht op het standpunt had gesteld dat het maatmaninkomen van appellant niet kon worden gebaseerd op het inkomen uit zijn functie als koerier. De Raad bevestigde dat appellant bij aanvang van de verzekering bekend was met cannabisafhankelijkheid en dat dit, in combinatie met andere geneesmiddelen, invloed had op zijn rijvaardigheid. De Raad onderschreef het oordeel van de rechtbank dat het bestreden besluit op een deugdelijke medische en arbeidskundige onderbouwing berustte. Het hoger beroep van appellant werd afgewezen en de aangevallen uitspraak werd bevestigd. Er was geen grond voor een proceskostenveroordeling.