Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van wettelijke rente af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 januari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de rechtmatigheid van de afwijzing van een ziekengeldaanvraag van appellant, die werkzaam was als jurist claimbehandeling. Appellant had zich met terugwerkende kracht ziek gemeld per 1 april 2011, maar het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) concludeerde dat hij geen recht had op ziekengeld, omdat niet was aangetoond dat hij arbeidsongeschikt was op het moment van beëindiging van zijn dienstverband. De rechtbank had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, waarbij werd vastgesteld dat er geen lopende behandeling was ten tijde van de beoordeling door de bezwaarverzekeringsarts. Appellant voerde in hoger beroep aan dat hij wel degelijk arbeidsongeschikt was en dat het Uwv onzorgvuldig had gehandeld door geen informatie op te vragen bij zijn behandelaar.
De Raad overwoog dat volgens de Ziektewet een verzekerde recht heeft op ziekengeld bij ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid, mits dit medisch objectief kan worden vastgesteld. De Raad onderschreef de eerdere oordelen van de rechtbank en concludeerde dat appellant geen nieuwe medische informatie had overgelegd die zijn stelling kon onderbouwen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om vergoeding van wettelijke rente af, omdat het hoger beroep niet slaagde. Er was ook geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.