ECLI:NL:CRVB:2014:1326

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
28 maart 2014
Publicatiedatum
23 april 2014
Zaaknummer
12-4106 AKW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervallenverklaring van eerdere uitspraak in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 maart 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep onder zaaknummer 12/4106 AKW. De uitspraak betreft de vervallenverklaring van een eerdere uitspraak van de Raad van 5 juli 2013. De Raad heeft in een brief van 5 februari 2014 aan de betrokken partijen meegedeeld dat hij voornemens was om de eerdere uitspraak te vervallen te verklaren, omdat er een fundamenteel procedurevoorschrift was geschonden bij de totstandkoming van die uitspraak. De betrokken partijen hebben hierop gereageerd.

De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de eerdere uitspraak ten onrechte was gedaan zonder navraag bij de appellant, die niet de intentie had om het beroep tegen de gewijzigde beslissing op bezwaar van 2 september 2011 in te trekken. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de uitspraak van 5 juli 2013 vervallen dient te worden verklaard. De Raad heeft tevens aangegeven dat de zaak na de vervallenverklaring opnieuw door een andere kamer van de Raad zal worden behandeld.

De beslissing is openbaar uitgesproken en ondertekend door M.M. van der Kade, met R.L. Rijnen als griffier. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in bestuursrechtelijke procedures en de noodzaak om alle relevante informatie van partijen te betrekken bij de besluitvorming.

Uitspraak

12/4106 AKW
Datum uitspraak: 28 maart 2014
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak tot vervallenverklaring van de uitspraak van de Raad van 5 juli 2013, 12/4106
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
PROCESVERLOOP
De Raad heeft partijen bij brief van 5 februari 2014 meegedeeld voornemens te zijn de uitspraak van 5 juli 2013 vervallen te verklaren, nu bij de totstandkoming hiervan een fundamenteel procedurevoorschrift is geschonden.
Partijen hebben desgevraagd gereageerd op dit voornemen.

OVERWEGINGEN

1.
De Raad is van oordeel dat de uitspraak van 5 juli 2013 vervallen dient te worden verklaard omdat hierin ten onrechte, zonder navraag bij appellante, is geoordeeld dat met de brief van 16 september 2011 ook is beoogd het van rechtswege ontstane beroep tegen de gewijzigde beslissing op bezwaar van 2 september 2011 in te trekken. Gebleken is dat appellante dat niet heeft beoogd.
2.
Na de vervallenverklaring van de uitspraak van 5 juli 2013 zal de zaak door een andere kamer van de Raad opnieuw worden behandeld.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart zijn uitspraak van 25 juli 2013, 12/4106, vervallen.
Deze uitspraak is gedaan door M.M. van der Kade, in tegenwoordigheid van R.L. Rijnen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 28 maart 2014.
(getekend) M.M. van der Kade
(getekend) R.L. Rijnen

TM