ECLI:NL:CRVB:2014:1181

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
10 april 2014
Publicatiedatum
10 april 2014
Zaaknummer
13-984 AW-R
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van uitspraak inzake ontslag en compensatie door het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer

Op 10 april 2014 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een zaak waarin rectificatie van een eerdere uitspraak werd gevraagd. De zaak betreft een appellant die in beroep ging tegen het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer. De Raad constateerde dat in de uitspraak van 16 januari 2014, met de kenmerken 13/984 en 13/1163 AW, een deel van de laatste zin van overweging 3.5 ontbrak. Dit leidde tot het voornemen van de Raad om de uitspraak te rectificeren. De appellant heeft hierop gereageerd en bezwaren geuit tegen de rectificatie, waarbij hij stelde dat het college een overwegend aandeel had in de situatie die tot zijn ontslag leidde. Hij vroeg om compensatie voor het ontslag en andere schade.

Uitspraak

13/984 AW-R, 13/1163 AW-R
Datum uitspraak: 10 april 2014
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 16 januari 2014, 13/984 AW
en 13/1163 AW
Partijen:
[Appellant] te [woonplaats] (appellant)
het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer (college)
PROCESVERLOOP
De Raad heeft vastgesteld dat in zijn uitspraak van 16 januari 2014 met de kenmerken 13/984 en 13/1163 AW een deel van de laatste zin van overweging 3.5 op pagina 4 ontbreekt.
De Raad heeft daarin aanleiding gezien partijen in de gelegenheid te stellen zich schriftelijk uit te laten over het voornemen van de Raad om de uitspraak te rectificeren.
Bij brief van 13 maart 2014 heeft appellant op dit voornemen gereageerd.

OVERWEGINGEN

1.
In de uitspraak van 16 januari 2014 ontbreekt in rechtsoverweging 3.5 op pagina 4 per abuis een deel van de laatste zin, te weten het zinsdeel “dat buiten bespreking kan blijven”.
2.
Appellant heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt om bezwaren te uiten tegen het voornemen van de Raad om de uitspraak te rectificeren. Volgens appellant heeft het college een overwegend aandeel in het ontstaan en voortbestaan van de situatie die tot het ontslag heeft geleid. Hij heeft de Raad verzocht om compensatie voor het ontslag, het mismanagement en de opzettelijke vertraging door het college en om aan hem recht te verschaffen. De Raad gaat aan deze bezwaren voorbij, nu zij het bestek van het voornemen tot rectificatie te buiten gaan. Rectificatie is immers alleen aan de orde bij een kennelijke fout in de beslissing of in de dragende overwegingen.
3.
De Raad zal de onder 1 vermelde vergissing herstellen door de uitspraak van 16 januari 2014 op navolgende wijze te rectificeren.
4.
Pagina 4 overweging 3.5. wordt:
Partijen zijn verdeeld over de vraag of het college al dan niet een overwegend aandeel heeft gehad. Hoe dit ook zij, evident is dat toepassing van bovengenoemde uitgangspunten op deze zaak tot een lagere ontslaguitkering zou hebben geleid dan het bedrag ter grootte van zes maandsalarissen dat het college aan appellant heeft toegekend. Uit een en ander volgt dat buiten bespreking kan blijven hoe groot het aandeel van beide partijen is geweest.
5.
Aan deze uitspraak tot rectificatie is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak gehecht. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep rectificeert zijn uitspraak van 16 januari 2014 als in de overwegingen is weergegeven.
Deze uitspraak is gedaan door K.J. Kraan als voorzitter en E.J.M. Heijs en G.F. Walgemoed als leden, in tegenwoordigheid van J.T.P. Pot als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 10 april 2014.
(getekend) K.J. Kraan
(getekend) J.T.P. Pot
JvC