ECLI:NL:CRVB:2014:1167
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van de IVA-uitkering en beoordeling van de niet-ontvankelijkheid van het beroep tegen het besluit van het Uwv
In deze zaak gaat het om de weigering van een IVA-uitkering aan appellant, die op 17 maart 2009 uitviel voor zijn werkzaamheden als tuinbouwmedewerker vanwege spier-, pees-, gewrichts- en vermoeidheidsklachten. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) kende appellant op 4 februari 2011 een loongerelateerde WGA-uitkering toe, gebaseerd op een arbeidsongeschiktheid van 35 tot 80%. Appellant maakte bezwaar tegen dit besluit, maar het Uwv verklaarde dit bezwaar ongegrond. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het besluit van het Uwv op 10 september 2012 ongegrond verklaard, maar verklaarde het beroep tegen een ander besluit niet-ontvankelijk, omdat appellant geen procesbelang meer zou hebben.
In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte het beroep tegen het eerste besluit niet-ontvankelijk heeft verklaard, aangezien hij veroordeling van het Uwv tot vergoeding van wettelijke rente had gevorderd. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de rechtbank inderdaad ten onrechte het beroep niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat appellant nog belang had bij de beoordeling van het eerste besluit. De Raad vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep tegen het eerste besluit gegrond, waardoor het besluit van het Uwv wordt vernietigd.
Met betrekking tot het tweede besluit, dat betrekking heeft op de vaststelling van het dagloon, oordeelt de Raad dat appellant in hoger beroep niet voldoende nieuwe gronden heeft aangevoerd om tot een ander oordeel te komen. De Raad bevestigt daarom de uitspraak van de rechtbank over het tweede besluit. Tevens wordt het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant in hoger beroep tot een bedrag van € 974,-. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep en is openbaar uitgesproken op 9 april 2014.