ECLI:NL:CRVB:2014:1105
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R. Kooper
- J.J.A. Kooijman
- B.J. van de Griend
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van functieonderhoud binnen de Politiewet 2012
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 april 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant, werkzaam als Thematisch Expert bij de Regionale Recherche Dienst, had een verzoek ingediend om functieonderhoud, omdat hij meende dat zijn feitelijke werkzaamheden wezenlijk afweken van zijn functiebeschrijving. De korpschef van politie had dit verzoek afgewezen, wat leidde tot het hoger beroep.
De Raad overwoog dat de appellant niet had aangetoond dat zijn werkzaamheden significant verschilden van de taken die in zijn functiebeschrijving waren opgenomen. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij structureel andere werkzaamheden verrichtte dan die in zijn functiebeschrijving stonden. De Raad bevestigde deze overwegingen en stelde dat de appellant niet in staat was geweest om zijn stelling te onderbouwen dat zijn werkzaamheden wezenlijk afweken van de voor hem geldende functie.
De Raad benadrukte dat het aan de appellant was om aan te tonen dat zijn feitelijke werkzaamheden gedurende een bepaalde periode wezenlijk afweken van de functiebeschrijving. De Raad concludeerde dat het hoger beroep geen doel trof en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met R. Kooper als voorzitter en J.J.A. Kooijman en B.J. van de Griend als leden, in aanwezigheid van griffier B. Rikhof. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 3 april 2014.