ECLI:NL:CRVB:2014:1103
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- C.H. Bangma
- W.J.A.M. van Brussel
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van functieonderhoud en detachering binnen de politie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem, waarin het beroep tegen het besluit van de korpschef om functieonderhoud af te wijzen, ongegrond werd verklaard. Appellant, werkzaam als hoofd juridische zaken bij een organisatie, had een aanvraag ingediend voor functieonderhoud, omdat hij van mening was dat zijn werkzaamheden wezenlijk afweken van zijn functiebeschrijving. De korpschef had deze aanvraag afgewezen, met de argumentatie dat de werkzaamheden niet waren opgedragen door de korpschef, maar door de inlenende organisatie, waar appellant gedetacheerd was.
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelt dat de detacheringsovereenkomst, die appellant met de organisatie had gesloten, de verantwoordelijkheid voor het opdragen van werkzaamheden bij de organisatie legt en niet bij de korpschef. Dit betekent dat de korpschef geen rol meer heeft bij het opdragen van werkzaamheden aan appellant tijdens zijn detachering. De Raad verwijst naar eerdere uitspraken en wetgeving die deze conclusie ondersteunen.
De Raad concludeert dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn werkzaamheden feitelijk door de korpschef zijn opgedragen, en dat de korpschef de aanvraag om functieonderhoud terecht heeft afgewezen. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.