ECLI:NL:CRVB:2014:110
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.P.M. Zeijen
- W.F. Claessens
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstand wegens onvoldoende gegevens en niet voldoen aan inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 januari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Maastricht. De appellante had op 29 januari 2010 een aanvraag om bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) ingediend. De aanvraag werd afgewezen omdat appellante onvoldoende gegevens had verstrekt om haar recht op bijstand te kunnen beoordelen. De sociale recherche had twijfels over de juistheid van de door appellante opgegeven inkomsten en had daarom een onderzoek ingesteld naar haar financiële situatie. Appellante was opgeroepen om diverse gegevens over te leggen, maar voldeed niet aan deze verzoeken, wat leidde tot de afwijzing van haar aanvraag op 7 mei 2010.
De rechtbank verklaarde het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond. In hoger beroep heeft appellante zich tegen deze uitspraak gekeerd, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelde dat appellante niet aan haar inlichtingenverplichting had voldaan. De Raad benadrukte dat het aan de aanvrager is om de feiten en omstandigheden aannemelijk te maken die nopen tot inwilliging van de aanvraag. Aangezien appellante niet in staat was om de onduidelijkheden over haar financiële situatie weg te nemen met objectieve en verifieerbare gegevens, kon het college niet vaststellen of zij in bijstandbehoevende omstandigheden verkeerde.
De Raad concludeerde dat de afwijzing van de aanvraag terecht was en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met J.P.M. Zeijen als voorzitter en W.F. Claessens en J.M.A. van der Kolk-Severijns als leden, in aanwezigheid van griffier A.C. Oomkens.