ECLI:NL:CRVB:2014:1096
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- C.H. Bangma
- W.J.A.M. van Brussel
- Rechtspraak.nl
Waardering en typering van functies binnen de gemeente Amsterdam
In deze zaak gaat het om de waardering en typering van de functie van appellant, die sinds 1980 bij de gemeente Amsterdam werkzaam is. Appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin zijn bezwaar tegen de functiewaardering werd afgewezen. De Centrale Raad van Beroep heeft op 3 april 2014 uitspraak gedaan in deze zaak. De Raad oordeelt dat de waardering van de functie van appellant niet als onhoudbaar kan worden aangemerkt. De Raad stelt vast dat de toekenning van 5 punten voor het optimaal functioneren van de afdeling Vervangend Werkgeverschap en het beheer van de afdeling Personeelsvoorzieningen terecht is. Appellant heeft aangevoerd dat de ingangsdatum van de functiewaardering eerder had moeten zijn vastgesteld, maar de Raad volgt hem hierin niet. De ingangsdatum is terecht op 1 september 2009 vastgesteld, omdat er geen toezegging aan appellant is gedaan die deze datum zou kunnen onderbouwen. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep van appellant ongegrond. De uitspraak benadrukt de terughoudendheid van de rechterlijke toetsing bij functiewaardering en dat een andere waardering op zichzelf niet voldoende is om de bestreden waardering te vernietigen.