ECLI:NL:CRVB:2014:1018
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.J.M. Heijs
- J.Th. Wolleswinkel
- J.N.A. Bootsma
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van opleidingskosten na ontslag en het gelijkheidsbeginsel in het ambtenarenrecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 maart 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage. De appellant, een voormalig militair, was ontheven van zijn initiële opleiding en had eervol ontslag gekregen. Echter, hem was een terugbetalingsverplichting opgelegd van € 9.364,77 voor de kosten van de opleiding. De appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de minister van Defensie, die het bezwaar tegen de terugbetalingsverplichting ongegrond had verklaard.
Tijdens de zitting op 13 februari 2014 heeft de appellant, bijgestaan door zijn advocaat, zijn bezwaren toegelicht. Hij stelde dat de terugbetalingsverplichting in strijd was met het gelijkheidsbeginsel, omdat andere cadetten die zich ook schuldig hadden gemaakt aan verwijtbaar gedrag geen terugbetalingsverplichting hadden gekregen. De Raad heeft echter geoordeeld dat de situatie van de appellant niet gelijk te stellen was aan die van de andere cadetten, omdat hij na een herkansing opnieuw in de fout was gegaan. De Raad concludeerde dat er geen sprake was van ongelijke behandeling.
Daarnaast heeft de appellant aangevoerd dat de terugbetalingsverplichting onevenredig zwaar was. De Raad heeft dit verweer verworpen, omdat de aan de appellant te verwijten omstandigheden en de verdeling van de kosten tussen werkgever en werknemer in zijn geval niet tot onevenredigheid leidden. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met E.J.M. Heijs als voorzitter.