ECLI:NL:CRVB:2013:CA1646
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T. Hoogenboom
- M.C. Bruning
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- Rechtspraak.nl
Nihilstelling tegemoetkoming WTOS en terugvordering van studiekosten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 mei 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Arnhem. De zaak betreft de nihilstelling van de tegemoetkoming op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Wtos) voor de dochter van appellant, die een VM2-opleiding volgt. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap had eerder besloten de tegemoetkoming op nihil te stellen en een bedrag van € 658,99 terug te vorderen van appellant. Dit besluit was gebaseerd op de stelling dat de dochter ten onrechte geregistreerd stond voor een opleiding aan het ROC Nijmegen, terwijl zij in werkelijkheid ingeschreven was bij het Kandinskycollege.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank, die het beroep van appellant ongegrond had verklaard. De rechtbank had vastgesteld dat de inschrijving van de dochter conform de Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang VMBO-MBO2 2008-2013 was. De betrokken leerling was ingeschreven bij het voortgezet onderwijs en als extraneus deelnemer bij een MBO-opleiding. De Raad oordeelde dat de inschrijving bij het Kandinskycollege voor de experimentele leergang VMBO basisberoeps correct was en dat de registratie bij het ROC als examendeelnemer niet leidde tot een andere conclusie.
Appellant had in hoger beroep aangevoerd dat zijn dochter als student bij het ROC stond ingeschreven en dat haar opleiding onder een BOL-opleiding viel. De Raad oordeelde echter dat de argumenten van appellant in grote lijnen een herhaling waren van wat eerder was aangevoerd en dat de rechtbank deze gronden afdoende had besproken. De Raad concludeerde dat de inschrijving van de dochter bij het ROC als examendeelnemer doorslaggevend was en dat het hoger beroep niet slaagde. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien hiervoor geen aanleiding bestond.