ECLI:NL:CRVB:2013:BZ8644

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
24 april 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
12-1970 ZVW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens overlijden van appellante zonder opvolging door erfgenamen

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 april 2013 uitspraak gedaan in het hoger beroep met zaaknummer 12-1970 ZVW. De appellante, die in leven laatstelijk woonachtig was te [woonplaats], is overleden. Na het overlijden van de appellante is er geen enkele erfgenaam of belanghebbende naar voren gekomen die het hoger beroep zou willen voortzetten. Dit is vastgesteld na een oproep in de Staatscourant, waaruit bleek dat er geen nieuwe partijen zich hebben gemeld om de procedure voort te zetten. De Raad heeft op 9 januari 2013 een aangetekende brief retour ontvangen, waarin het overlijden van de appellante werd bevestigd. Gezien artikel 8:26, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, is het procesbelang in deze zaak komen te vervallen. Hierdoor is het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met A.J. Schaap als voorzitter en W.H. Bel en M.F. Wagner als leden, in aanwezigheid van griffier P.J.M. Crombach. De beslissing is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

12/1970 ZVW
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht van
29 februari 2012, 11/2232 en 12/159 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
wijlen [naam appellante], in leven laatstelijk gewoond hebbende te [woonplaats] (appellante)
College voor zorgverzekeringen (Cvz)
Datum uitspraak 24 april 2013.
PROCESVERLOOP
Appellante heeft hoger beroep ingesteld.
Cvz heeft een verweerschrift ingediend.
Op 9 januari 2013 heeft de Raad een aan appellante gerichte aangetekende brief retour ontvangen. Daarop is vermeld dat appellante is overleden.
Gelet op artikel 8:26, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, is in de Staatscourant mededeling gedaan van de behandeling van de zaak ter zitting van 13 maart 2013.
Voor appellante is op 13 maart 2013 niemand verschenen en Cvz heeft zich niet laten vertegenwoordigen.
OVERWEGINGEN
De indiener van het hoger beroep, appellante, is overleden. Niet is gebleken van erfgenamen die appellante als partij in het onderhavige geding zijn opgevolgd en het geding zouden willen voortzetten. Ook na de oproep in de Staatscourant hebben zich geen belanghebbenden gemeld met het verzoek als partij aan het geding deel te mogen nemen. Dit brengt mee dat het processuele belang aan de beoordeling van het hoger beroep is komen te ontvallen. Het hoger beroep zal om die reden niet-ontvankelijk worden verklaard.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door A.J. Schaap als voorzitter en W.H. Bel en M.F. Wagner als leden, in tegenwoordigheid van P.J.M. Crombach als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 24 april 2013.
(getekend) A.J. Schaap
(getekend) P.J.M. Crombach
QH