ECLI:NL:CRVB:2013:BZ7273
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.P.J. Goorden
- J. Riphagen
- J.J.T. van den Corput
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake ziekengeld en verlenging op basis van artikel 29c Ziektewet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Leeuwarden. De zaak betreft de verlenging van het recht op ziekengeld voor de betrokkene, die zich op het standpunt stelde dat hij recht had op een verlenging tot zijn pensioendatum vanwege een aanzienlijk verhoogd risico op ernstige gezondheidsklachten. De Raad heeft op 20 maart 2013 de aangevallen uitspraak bevestigd en het beroep tegen het nadere besluit van 17 augustus 2012 ongegrond verklaard. De Raad oordeelde dat de door het Uwv gehanteerde gedragslijn om met vijf jaar te verlengen niet onredelijk is, en dat er geen reden is om de verlenging te laten ingaan op de datum van het nadere besluit. De Raad heeft ook de proceskosten van de betrokkene in hoger beroep toegewezen, begroot op € 1.416,-, en een griffierecht van € 448,- opgelegd aan de appellant.
De zaak is voortgekomen uit een eerdere tussenuitspraak van de Raad op 11 juli 2012, waarin het Uwv werd opgedragen om een nader besluit te nemen. In het nadere besluit heeft het Uwv het geconstateerde gebrek hersteld en bevestigd dat de betrokkene recht heeft op ziekengeld tot 30 augustus 2014. De Raad heeft in zijn overwegingen benadrukt dat de wet geen specifieke termijn voor verlenging voorschrijft, maar dat de bestendige gedragslijn van het Uwv om met vijf jaar te verlengen acceptabel is. De betrokkene heeft in hoger beroep zijn bezwaren tegen de datum van 30 augustus 2014 naar voren gebracht, maar de Raad heeft geen aanleiding gezien om hiervan af te wijken. De uitspraak is openbaar gedaan en de betrokken partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.