ECLI:NL:CRVB:2013:BZ6886
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.A.J. van den Hurk
- M. Greebe
- D.J. van der Vos
- Rechtspraak.nl
Weigering van uitkering op basis van de Wet WIA en de beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Roermond, waarin de weigering van een uitkering op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) aan appellant werd bevestigd. Appellant had zich ziek gemeld vanwege schouderklachten, maar het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had hem voor minder dan 35% arbeidsongeschikt geacht. De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek van het Uwv zorgvuldig was uitgevoerd en dat appellant in staat werd geacht om enkele van de voorgehouden functies te vervullen.
Appellant heeft in hoger beroep dezelfde argumenten aangevoerd als in de eerdere procedures, maar heeft geen nieuwe medische informatie overgelegd. De Centrale Raad van Beroep heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en geconcludeerd dat er geen reden is om te twijfelen aan de beslissing van het Uwv. De Raad bevestigde dat het hoger beroep niet slaagde en dat de eerdere uitspraak van de rechtbank moest worden gehandhaafd.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met G.A.J. van den Hurk als voorzitter en M. Greebe en D.J. van der Vos als leden. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 10 april 2013, waarbij ook de griffier I.J. Penning aanwezig was. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien er geen aanleiding voor was.