ECLI:NL:CRVB:2013:BZ5762
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- C.P.J. Goorden
- J.J.T. van den Corput
- Rechtspraak.nl
Loonsanctie en re-integratie-inspanningen in de uitzendbranche
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 maart 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Haarlem. De zaak betreft een loonsanctie opgelegd door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) aan appellante, een uitzendbedrijf, wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen van een werknemer die ziek was. De werknemer had zich op 11 april 2008 ziek gemeld met knieklachten, en het Uwv verlengde het recht op loon tijdens ziekte tot 8 april 2011, omdat appellante niet voldoende had gedaan om de werknemer te re-integreren in het eerste spoor. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar de rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Tijdens de zitting op 13 februari 2013 heeft appellante, vertegenwoordigd door haar juridisch adviseur en een loopbaancoach, betoogd dat zij wel degelijk re-integratie-inspanningen heeft verricht. Het Uwv heeft echter gesteld dat appellante te vroeg is overgestapt naar het tweede spoor van re-integratie, zonder voldoende inspanningen in het eerste spoor te hebben geleverd. De Raad heeft de argumenten van beide partijen gewogen en geconcludeerd dat appellante niet voldoende heeft aangetoond dat zij structurele re-integratie-inspanningen heeft verricht. De Raad heeft daarbij verwezen naar rapportages van arbeidsdeskundigen die bevestigen dat appellante tekort is geschoten in haar verantwoordelijkheden als werkgever.
De Raad heeft de beslissing van het Uwv om de loonsanctie op te leggen bevestigd, en oordeelt dat appellante niet heeft voldaan aan de eisen die de Wet WIA stelt aan re-integratie-inspanningen. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van werkgevers in de uitzendbranche om adequate re-integratie-inspanningen te leveren en dat het enkel onder de aandacht brengen van de beschikbaarheid van een werknemer bij inleners niet voldoende is. De uitspraak is openbaar uitgesproken en bevestigd de eerdere beslissing van de rechtbank.