ECLI:NL:CRVB:2013:BZ5618
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.C.F. Talman
- R.H.M. Roelofs
- J.J.A. Kooijman
- Rechtspraak.nl
Intrekking van WIJ-inkomensvoorziening wegens gebrek aan inlichtingen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 maart 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Almelo. De appellant, A. te B., ontving sinds 15 oktober 2009 een inkomensvoorziening op basis van de Wet investeren in jongeren (WIJ). Medio januari 2011 verhuisde hij naar een andere gemeente en ontving hij een verzoek van het college van burgemeester en wethouders van Enschede om voor 3 februari 2011 bankafschriften over te leggen. Het college waarschuwde dat zonder deze gegevens de rechtmatigheid van de uitkering niet kon worden vastgesteld en dat bij het niet overleggen van de stukken tot terugvordering zou worden overgegaan. Ondanks deze waarschuwing heeft de appellant geen gehoor gegeven aan het verzoek, wat leidde tot de intrekking van de inkomensvoorziening per 15 oktober 2009 en een terugvordering van € 16.814,53.
De rechtbank verklaarde het beroep van de appellant tegen het besluit van het college ongegrond. In hoger beroep voerde de appellant aan dat de intrekking en terugvordering disproportioneel waren. De Raad oordeelde echter dat het college terecht om de bankafschriften had gevraagd en dat de appellant niet alle relevante informatie had verstrekt. De Raad bevestigde dat het college bevoegd was om de inkomensvoorziening in te trekken en de kosten terug te vorderen, en oordeelde dat de terugvordering niet disproportioneel was. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.