ECLI:NL:CRVB:2013:BZ1820
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.P.J. Goorden
- A.I. van der Kris
- K. Wentholt
- Rechtspraak.nl
Weigering uitbetaling ZW-uitkering wegens stagnatie in re-integratie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Appellante, werkzaam als schoonmaakster, was uitgevallen door pijnklachten aan haar rechtervoet en had na een operatie haar werkzaamheden in aangepaste vorm hervat. Er ontstonden echter problemen over de re-integratie, met name over de geschiktheid van de aangeboden werkzaamheden door de werkgever. Het Uwv concludeerde na deskundigenoordelen dat appellante onvoldoende re-integratie-inspanningen had verricht, wat leidde tot de ontbinding van haar arbeidsovereenkomst. Het Uwv weigerde vervolgens de uitbetaling van de ZW-uitkering, wat appellante aanvocht.
De Raad oordeelde dat appellante bij herhaling had gezorgd voor stagnatie in de re-integratie, wat uiteindelijk resulteerde in de ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De deskundigenoordelen, gebaseerd op rapportages van arbeidsdeskundigen, gaven aan dat de aangeboden werkzaamheden passend waren, mits appellante in eigen tempo en met voldoende rustpauzes kon werken. De Raad volgde de stelling van appellante niet dat de werkzaamheden niet passend waren, en concludeerde dat er geen sprake was van verwijtbaarheid. De beslissing van het Uwv om de uitkering te weigeren werd bevestigd, en het hoger beroep van appellante werd afgewezen.
De uitspraak benadrukt het belang van actieve re-integratie-inspanningen van werknemers en de gevolgen van stagnatie in dit proces voor het recht op uitkeringen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een vergoeding van proceskosten.