ECLI:NL:CRVB:2013:BZ1754
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.P.J. Goorden
- A.I. van der Kris
- K. Wentholt
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en recht op WIA-uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 februari 2013 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant, die een WIA-uitkering aanvroeg na arbeidsongeschiktheid door knieklachten en psoriasis. Appellant, die sinds 12 november 2007 werkte als medewerker in een fastfoodrestaurant, viel op 2 januari 2008 uit vanwege zijn klachten. Na een aanvraag voor een WIA-uitkering op 3 oktober 2009, concludeerde het Uwv op 29 januari 2010 dat appellant vanaf 30 december 2009 geen recht had op een uitkering. Dit besluit werd door de rechtbank Rotterdam bevestigd in een uitspraak van 23 december 2010.
Appellant stelde in hoger beroep dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek niet zorgvuldig was uitgevoerd en dat zijn klachten onvoldoende waren meegenomen. Hij voerde aan dat zijn psoriasis leidde tot ernstige vermoeidheid en dat dit niet was erkend in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML). De verzekeringsartsen, W.A. Kooijman en R.M.J. Janssens, hadden echter vastgesteld dat de klachten van appellant in overeenstemming waren met de onderzoeksbevindingen en dat er geen medische indicatie was voor een urenbeperking.
De Raad oordeelde dat de verzekeringsartsen zorgvuldig hadden gehandeld en dat er geen bewijs was dat de beperkingen van appellant op de datum in geding waren toegenomen. De functies die aan appellant waren voorgelegd, waren passend en er was geen reden om aan te nemen dat hij niet in staat was deze te vervullen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.