ECLI:NL:CRVB:2013:BZ0240
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van de Griend
- R. Kooper
- B. Barentsen
- Rechtspraak.nl
Ontslag wegens ernstig plichtsverzuim door ontvreemding van bedrijfskleding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 januari 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, A. te B., was ontslagen wegens ernstig plichtsverzuim, specifiek ontvreemding van bedrijfskleding van zijn werkgever, D. De appellant had eerder waarschuwingen ontvangen en was door het Gerechtshof Arnhem veroordeeld tot een taakstraf van 90 uur voor soortgelijke feiten. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen het besluit van 17 december 2009, waarin het bezwaar tegen het strafontslag ongegrond werd verklaard, ongegrond verklaard.
De Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de appellant erkende enkele goederen van de werkgever te hebben gestolen, wat leidde tot de conclusie dat het plichtsverzuim aan hem kon worden toegerekend. De Raad oordeelde dat de sanctie van strafontslag niet onevenredig was in verhouding tot de ernst van het plichtsverzuim. De rechtbank had eerder al geoordeeld dat de appellant als medewerker van het distributiecentrum een hoge mate van vertrouwen moest genieten, wat de ernst van zijn daden onderstreepte.
De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat er geen aanleiding was om tot een andere beoordeling te komen. De gevolgen van het ontslag voor de appellant werden als ernstig beschouwd, maar de eerdere waarschuwingen en de ernst van het plichtsverzuim rechtvaardigden het ontslag. De uitspraak bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.