ECLI:NL:CRVB:2013:BY9134
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een besluit tot verlaging van bijstand wegens niet behouden van arbeid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 januari 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Maastricht. De zaak betreft een geschil tussen appellant, A. te B., en het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Kompas, dat verantwoordelijk is voor werk, inkomen en zorg. De Raad heeft in een tussenuitspraak op 25 september 2012 al overwogen dat de aangevallen uitspraak voor vernietiging in aanmerking komt. De Raad heeft het bestreden besluit vernietigd, omdat dit in strijd was met artikel 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit besluit hield in dat de bijstand van appellant met 100% werd verlaagd voor de duur van een maand, omdat hij door eigen toedoen geen algemeen geaccepteerde arbeid had behouden.
De Raad heeft vastgesteld dat het dagelijks bestuur op 16 oktober 2012 een nieuwe beslissing op bezwaar heeft genomen, maar dat dit niet volledig tegemoetkwam aan de bezwaren van appellant. De Raad heeft het beroep van appellant tegen het besluit van 13 november 2009 gegrond verklaard en het besluit vernietigd voor zover het de verlaging van de bijstand betreft. Het beroep tegen het besluit van 16 oktober 2012 is ongegrond verklaard. De Raad heeft het dagelijks bestuur veroordeeld in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 2.124,-- en heeft bepaald dat het dagelijks bestuur het griffierecht van in totaal € 152,-- aan appellant vergoedt.
De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid bij het opleggen van sancties in het kader van de bijstandsverlening en de noodzaak om besluiten goed te onderbouwen, vooral wanneer deze ingrijpende gevolgen hebben voor de betrokkenen. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter J.P.M. Zeijen en griffier R.B.E. van Nimwegen.