ECLI:NL:CRVB:2013:BY8653
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C. van Viegen
- W.F. Claessens
- H.D. Stout
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de verplichting tot deelname aan sociale activering onder de WWB
In deze zaak gaat het om de beoordeling van de verplichting van appellante om mee te werken aan een traject gericht op sociale activering, zoals opgelegd door het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen. Appellante ontvangt sinds 3 oktober 1998 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) en was tot 1 november 2009 ontheven van arbeidsverplichtingen vanwege medische beperkingen. Na een medisch-arbeidskundig onderzoek in november 2009, uitgevoerd door Reaned, werd geconcludeerd dat appellante op medische gronden duurzaam beperkt is voor fysieke belasting, maar geen medische urenbeperking heeft en in principe fulltime kan werken. Het college heeft appellante ontheven van de actieve arbeidsverplichtingen, maar haar wel verplicht om deel te nemen aan een traject voor sociale activering.
De rechtbank Maastricht verklaarde het beroep van appellante tegen het besluit van het college ongegrond. In hoger beroep voerde appellante aan dat zij niet in staat is om vrijwilligerswerk te verrichten, zoals opgelegd door het college. De Raad voor de Rechtspraak oordeelt dat de huisarts van appellante in een brief heeft aangegeven dat zij niet in staat is reguliere arbeid te verrichten, maar dat dit niet betekent dat zij ook niet in staat is om vrijwilligerswerk te doen. De Raad concludeert dat appellante geen medische of andere gegevens heeft ingebracht die de adviezen van de medisch adviseur en arbeidsdeskundige van Reaned ondermijnen.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep van appellante niet slaagt. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan op 8 januari 2013.