ECLI:NL:CRVB:2013:BY7853
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- J.N.A. Bootsma
- B. Barentsen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de vaststelling van een voorziening ter aanvulling van het ouderdomspensioen van een ambtenaar
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant, geboren in 1944, tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Zederik. Appellant had op 12 maart 1991 een overeenkomst gesloten met het college, waarin onder andere een recht op wachtgeld tot zijn aanspraak op ouderdomspensioen was vastgelegd. Het college verleende appellant met ingang van 1 januari 1992 ontslag. In het hoger beroep is de vraag aan de orde of het college naast een jaarlijks bedrag van € 4.610,93 ook een bedrag moet compenseren dat bij voortzetting van het dienstverband tot de leeftijd van 65 jaar aan het ouderdomspensioen van appellant zou zijn toegevoegd. Dit bedrag is door de Stichting Pensioenfonds ABP berekend op € 4.570,33 per jaar, bestaande uit een 'rest FPU' en een 'bonus FPU'.
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Dordrecht, die het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond had verklaard. De Raad overweegt dat partijen bij het sluiten van de overeenkomst in 1991 geen rekening konden houden met het stelsel van de FPU en de daarbij vastgestelde regel van verhoging van het ouderdomspensioen. Appellant kon ten tijde van het sluiten van de overeenkomst geen verwachtingen hebben gekoesterd over een dergelijk voordeel, en het college kon niet beogen een dergelijk misgelopen nadeel te compenseren. De argumentatie van appellant was voornamelijk gebaseerd op een taalkundige uitleg van de overeenkomst, wat niet voldoende was om zijn standpunt te onderbouwen.
De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en bevestigt de aangevallen uitspraak. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer en openbaar uitgesproken op 3 januari 2013.