ECLI:NL:CRVB:2013:731

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
20 juni 2013
Publicatiedatum
27 juni 2013
Zaaknummer
11-4986 MPW-R
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van uitspraak inzake proceskostenveroordeling en griffierechtheffing in bestuursrechtelijke zaak

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 juni 2013 uitspraak gedaan tot rectificatie van een eerdere uitspraak van 2 mei 2013, waarin kennelijke fouten waren vastgesteld. De zaak betreft een hoger beroep van de Minister van Defensie tegen een beslissing die was genomen in het kader van bestuursrecht. De Raad heeft geconstateerd dat in de eerdere uitspraak geen proceskostenveroordeling en griffierechtheffingbepaling waren opgenomen, wat aanleiding gaf tot rectificatie. De betrokken partijen kregen de gelegenheid om schriftelijk te reageren op het voornemen van de Raad om de uitspraak te verbeteren. De Minister van Defensie heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt, terwijl de betrokkene, vertegenwoordigd door A. te B., geen bezwaar had tegen de voorgestelde wijzigingen. De Raad heeft vervolgens de vergissingen hersteld door de uitspraak van 2 mei 2013 te rectificeren. In de rectificatie is overweging 7 aangepast, waarin nu wordt vermeld dat de Minister van Defensie wordt veroordeeld in de proceskosten van de betrokkene tot een bedrag van € 944,-. Daarnaast is de beslissing aangevuld met de bepaling dat er een griffierecht van € 454,- van de Minister van Defensie wordt geheven. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl, terwijl de oorspronkelijke uitspraak daaruit zal worden verwijderd. De rectificatie is gedaan door de meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met B.J. van de Griend als voorzitter en R. Kooper en A.A.M. Mollee als leden, in tegenwoordigheid van griffier P.W.J. Hospel. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 20 juni 2013.

Uitspraak

Centrale Raad van Beroep
11/4986 MPW-R
Meervoudige kamer
Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 2 mei 2013, 11/4986 MPW
Partijen:
de Minister van Defensie (appellant)
[A. te B.] (betrokkene)
PROCESVERLOOP
Naar aanleiding van een faxbericht namens betrokkene, heeft de Raad vastgesteld dat zijn uitspraak van 2 mei 2013 kennelijke fouten in overweging 7 en de beslissing bevat.
De Raad heeft daarin aanleiding gezien partijen in de gelegenheid te stellen zich schriftelijk uit te laten over het voornemen van de Raad om de uitspraak te verbeteren.
Appellant heeft van die gelegenheid geen gebruik gemaakt. Namens betrokkene is bij faxbericht van 16 mei 2013 medegedeeld dat zijnerzijds geen bezwaar bestaat tegen de voorgestelde wijzigingen.

OVERWEGINGEN

1.
De Raad heeft vastgesteld dat in de uitspraak ten onrechte geen proceskostenveroordeling en griffierechtheffingbepaling zijn opgenomen.
2.
De Raad zal de onder 1 vermelde vergissing herstellen door de uitspraak van 2 mei 2013 in evenvermelde zin te rectificeren.
3.
Aan deze uitspraak tot rectificatie is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak gehecht. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl en de oorspronkelijke uitspraak zal daaruit worden verwijderd. Het LJN-nummer van de gerectificeerde uitspraak zal gelijk zijn aan dat van de oorspronkelijke uitspraak.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep rectificeert zijn uitspraak van 2 mei 2013, 11/4986 MPW, als volgt:
overweging 7 wordt gewijzigd in:
“Er is aanleiding om appellant met toepassing van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht te veroordelen in de proceskosten van betrokkene in hoger beroep tot een bedrag van € 944,- wegens beroepsmatig verleende rechtsbijstand.”
de beslissing wordt aangevuld met:
“- bepaalt dat van appellant een griffierecht van € 454,- wordt geheven;
- veroordeelt appellant in de proceskosten van betrokkene tot een bedrag van € 944,-.”
Deze uitspraak is gedaan door B.J. van de Griend als voorzitter en R. Kooper en
A.A.M. Mollee als leden, in tegenwoordigheid van P.W.J. Hospel als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 20 juni 2013.
(getekend) B.J. van de Griend
(getekend) P.W.J. Hospel
sg