Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak, voor zover aangevochten;
- wijst het verzoek om veroordeling tot het vergoeden van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de beoordeling van de WAO-uitkering van appellant, die sinds april 1997 een uitkering ontving vanwege rugklachten en psychische klachten. De uitkering werd per 7 februari 2006 ingetrokken na een herbeoordeling. Appellant meldde zich op 28 september 2009 ziek vanuit zijn werk als monteur kunststof kozijnen en onderging in mei 2010 een rugoperatie. In juli 2011 vroeg hij een WIA-uitkering aan, waarbij een verzekeringsarts beperkingen vaststelde. Het Uwv besloot op 10 augustus 2011 dat appellant recht had op een WAO-uitkering van 35 tot 45% arbeidsongeschiktheid, wat door appellant werd betwist. Na bezwaar werd de mate van arbeidsongeschiktheid herzien naar 55 tot 65% per 26 oktober 2009.
De rechtbank Zutphen verklaarde het beroep van appellant ongegrond, wat leidde tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep. Appellant voerde aan dat de medische beoordeling niet zorgvuldig was en niet retrospectief had plaatsgevonden. De Raad oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de verzekeringsartsen de situatie van appellant correct hadden ingeschat. De bezwaarverzekeringsarts bevestigde de vastgestelde beperkingen en er was geen aanleiding om aan de bevindingen te twijfelen. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de aangevallen uitspraak, waarbij het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen.