ECLI:NL:CRVB:2013:2981
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Brand
- G. van Zeben-de Vries
- D.S. de Vries
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van persoonsgebonden budget wegens niet-naleving verplichtingen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 december 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Groningen. De zaak betreft de terugvordering van een persoonsgebonden budget (pgb) dat aan appellante was toegekend door het Zorgkantoor Menzis. Appellante had een pgb van € 9.507,21 ontvangen voor de periode van 8 juni 2009 tot en met 31 december 2009, maar het Zorgkantoor vorderde een bedrag van € 4.174,18 terug omdat appellante niet had voldaan aan de verantwoordingsplicht die aan het pgb was verbonden. Het Zorgkantoor stelde vast dat appellante geen inzicht had gegeven in de verleende zorg en de tijden waarop deze zorg was verleend, wat leidde tot de conclusie dat onverschuldigd was betaald.
De rechtbank had het beroep van appellante tegen het besluit van het Zorgkantoor ongegrond verklaard. Appellante voerde in hoger beroep aan dat zij met de toezending van verantwoordingsformulieren aan haar verplichtingen had voldaan en dat bijzondere omstandigheden, zoals 24-uurs zorgverlening door haar inwonende dochter, in haar voordeel moesten worden meegewogen. De Raad oordeelde echter dat appellante niet had voldaan aan de aan het pgb verbonden verplichtingen en dat het Zorgkantoor bevoegd was om het pgb lager vast te stellen. De Raad benadrukte dat de verantwoordingsplicht ook in situaties van zorgverlening door een familielid moet worden nageleefd.
De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de terugvordering van het onverschuldigd betaalde bedrag door het Zorgkantoor niet onredelijk was. De Raad concludeerde dat de belangenafweging die het Zorgkantoor had gemaakt, in overeenstemming was met de wetgeving en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 18 december 2013.