ECLI:NL:CRVB:2013:2971
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.C. Bruning
- R.E. Bakker
- K. Wentholt
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake Wajong-uitkering en medische beoordeling van betrokkene
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 december 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van een Wajong-uitkering aan betrokkene, geboren op 11 oktober 1989. Betrokkene had op 28 januari 2008 een aanvraag ingediend, waarbij zij aangaf depressief te zijn. De verzekeringsarts van het Uwv concludeerde echter dat er geen psychiatrische diagnose was en dat betrokkene niet als jonggehandicapte kon worden aangemerkt. Dit leidde tot een besluit van 28 april 2008 waarin de Wajong-uitkering werd geweigerd. Betrokkene maakte bezwaar, maar dit werd ongegrond verklaard op 18 november 2008.
In beroep bij de rechtbank Groningen werd het bezwaar van betrokkene gegrond verklaard, waarbij de rechtbank oordeelde dat de conclusies van de door de rechtbank ingeschakelde deskundige, psychiater W.H.J. Mutsaers, voldoende overtuigend waren. De rechtbank droeg appellant op een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de door Mutsaers gestelde diagnoses, waaronder een borderline persoonlijkheidsstoornis en sociale angststoornis.
In hoger beroep stelde appellant dat de rechtbank niet zonder meer het oordeel van Mutsaers had kunnen volgen. De Raad oordeelde echter dat de rechtbank de door de bezwaarverzekeringsarts opgestelde Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) niet had voorgelegd aan Mutsaers, wat een gebrek in de procedure betekende. De Raad volgde de deskundige in diens oordeel dat betrokkene zich niet kan handhaven op een werkplek, wat leidde tot de conclusie dat het bestreden besluit op een onjuiste medische grondslag berustte. De Raad droeg appellant op het besluit van 18 november 2008 binnen zes weken te herstellen, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak.