ECLI:NL:CRVB:2013:2952
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Beuker-Tilstra
- R. Kooper
- R.E. Schoemaker
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake aanvraag uitkering op grond van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945
Op 19 december 2013 heeft de Centrale Raad van Beroep een tussenuitspraak gedaan in de zaak van een appellante die een aanvraag had ingediend voor een periodieke uitkering op grond van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Wubo). De appellante, geboren in 1938 in het voormalig Nederlands-Indië, had in maart 2010 een aanvraag ingediend, die door de Pensioen- en Uitkeringsraad op 31 december 2010 was afgewezen. De Raad erkende dat appellante was getroffen door oorlogsgeweld, maar stelde dat er geen blijvende invaliditeit was door dit geweld. De appellante had psychische klachten, maar deze zouden niet leiden tot blijvende invaliditeit volgens de verweerder.
In de tussenuitspraak werd vastgesteld dat de adviezen van de geneeskundig adviseurs van de verweerder, R.J. Roelofs en A.J. Maas, niet toereikend waren om het standpunt van de verweerder te onderbouwen. De Raad oordeelde dat de verweerder onvoldoende had gemotiveerd waarom appellante niet in de vereiste twee rubrieken van de American Medical Association (AMA) zodanig beperkt was dat er gesproken kon worden van blijvende psychische invaliditeit. De Raad droeg de verweerder op om de gebreken in het bestreden besluit te herstellen binnen acht weken na verzending van de tussenuitspraak.
De Raad merkte ook op dat appellante had verzocht om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn, maar dat hierover bij de einduitspraak zou worden beslist. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met A. Beuker-Tilstra als voorzitter, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.