ECLI:NL:CRVB:2013:2932
Centrale Raad van Beroep
- Tussenuitspraak bestuurlijke lus
- B.M. van Dun
- H.G. Rottier
- G.P.A.M. Garvelink-Jonkers
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over de hoogte van de uitkering wegens betalingsonmacht en vakantiebijslag
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 18 december 2013, wordt de hoogte van de uitkering wegens betalingsonmacht van appellant besproken. Appellant, die in dienst was bij een werkgever die failliet ging, had het Uwv verzocht om de betalingsverplichtingen van de werkgever over te nemen. Het Uwv kende appellant een uitkering toe, maar hield geen rekening met de vakantiebijslag die de werkgever verschuldigd was. Appellant was van mening dat zijn loon van € 1.550,- netto exclusief vakantiebijslag was, terwijl het Uwv stelde dat het loon inclusief vakantiebijslag was. De rechtbank had het beroep van appellant tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard, maar in hoger beroep heeft de Raad geoordeeld dat het Uwv ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de vakantiebijslag. De Raad oordeelt dat het Uwv zelf had moeten vaststellen of het loon van appellant de vakantiebijslag omvatte, en dat het Uwv binnen zes weken na deze uitspraak het besluit van 10 augustus 2011 moet herstellen. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste vaststelling van de hoogte van de uitkering en de rol van civielrechtelijke vonnissen in bestuursrechtelijke procedures.