ECLI:NL:CRVB:2013:2895
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.J.T. van den Corput
- J.S. van der Kolk
- G.W.B. van Westen
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van psychische klachten na zwangerschap en bevalling in het kader van de Ziektewet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 december 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Roermond. Appellante, die op 30 januari 2011 bevallen was, had zich per 25 april 2011 ziek gemeld met psychische en energetische klachten. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) weigerde haar een uitkering op grond van de Ziektewet (ZW) te verstrekken, omdat de klachten niet als gevolg van de zwangerschap of bevalling konden worden toegeschreven. Appellante maakte bezwaar tegen dit besluit, maar het Uwv handhaafde zijn standpunt na een beoordeling door een bezwaarverzekeringsarts. De rechtbank verklaarde het beroep van appellante ongegrond, waarop zij in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de conclusies van de bezwaarverzekeringsarts. De Raad vond de medische informatie, waaronder rapporten van 25 augustus 2011 en 27 februari 2012, overtuigend en in lijn met de Standaard “Zwangerschap en bevalling als oorzaak van ongeschiktheid voor haar arbeid”. De Raad concludeerde dat de psychische klachten van appellante niet in overwegende mate aan de zwangerschap of bevalling konden worden toegeschreven, maar voortkwamen uit de reactie op de ziekte van haar baby en de daaruit voortvloeiende ziekenhuisopnames.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om wettelijke rente af. Ook werd er geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste toepassing van de Standaard en de rol van medische informatie in de beoordeling van arbeidsongeschiktheid na zwangerschap en bevalling.