ECLI:NL:CRVB:2013:2829
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.G. Rottier
- C.C.W. Lange
- F.A.M. Stroink
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van WW- en ZW-uitkering wegens schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om de herziening en terugvordering van een WW- en ZW-uitkering van appellant, die zich niet volledig aan zijn inlichtingenverplichting heeft gehouden. Appellant ontving vanaf 1 mei 2009 een WW-uitkering, maar meldde zich op 29 juni 2009 ziek. Na zijn herstel ontving hij opnieuw een WW-uitkering, die eindigde op 5 september 2011. Het Uwv ontdekte dat appellant werkzaamheden had verricht naast zijn uitkering, wat leidde tot een herziening van zijn uitkeringen en een terugvordering van in totaal € 11.620,78. Appellant stelde dat hij zijn werkzaamheden altijd had doorgegeven aan zijn werkcoaches, maar de Raad oordeelde dat hij zijn inlichtingenplicht niet volledig was nagekomen. De Raad bevestigde de besluiten van het Uwv en oordeelde dat er geen dringende redenen waren om van terugvordering af te zien. Ook de opgelegde boete van € 52,- werd bevestigd, omdat appellant subjectief verwijtbaar had gehandeld. De uitspraak van de rechtbank Amsterdam werd in hoger beroep bevestigd, en de Raad oordeelde dat de terugvordering in overeenstemming was met de geldende regelgeving en het beleid van het Uwv.