ECLI:NL:CRVB:2013:2814
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.J. de Mooij
- M.F. Wagner
- B.J. van der Net
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag voor hulpmiddelen op basis van Wmo en het primaat van verhuizing
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 december 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Leeuwarden. De appellante had een aanvraag ingediend voor de toekenning van beugels in de toilet, een douchezitje, drempelhulpen en een traplift. De Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslan (DSW) had deze aanvraag afgewezen, maar had wel een verhuiskostenvergoeding en een urgentieverklaring toegekend. DSW stelde dat de appellante een passende woning was aangeboden, die zich op korte afstand van haar huidige woning bevond. De rechtbank had het beroep van appellante tegen het besluit van DSW ongegrond verklaard, omdat DSW had voldaan aan de compensatieplicht zoals vermeld in artikel 4 van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
In hoger beroep voerde appellante aan dat de aangeboden woning niet geschikt was, omdat de slaapkamer te klein was voor haar trippelstoel en dat de woning inmiddels verhuurd was aan iemand anders. De Raad overwoog dat de rechtbank op goede gronden had geoordeeld dat DSW de aanvraag van appellante terecht had afgewezen. De Raad benadrukte dat appellante niet had onderbouwd dat de aangeboden woning niet geschikt was en dat eventuele aanpassingen in de toekomst eenvoudiger en goedkoper zouden zijn dan aan haar huidige woning. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de uitspraak van de rechtbank.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met H.J. de Mooij als voorzitter en M.F. Wagner en B.J. van der Net als leden. De beslissing werd in het openbaar uitgesproken en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.