ECLI:NL:CRVB:2013:2706
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- H.C.P. Venema
- R.E. Bakker
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het recht op WIA-uitkering na psychische klachten en de rol van medische expertise
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 december 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een WIA-uitkering aan appellant, die zich ziek had gemeld na een verkeersongeval. Appellant, die als teamleider in een kledingfabriek werkte, meldde zich ziek vanwege psychische klachten. De psychiater R.L. Leta concludeerde dat er geen psychiatrische stoornis was vastgesteld en dat er sprake was van simulatie. Het Uwv volgde deze conclusie en weigerde de WIA-uitkering. Appellant voerde aan dat de conclusies van Leta onterecht waren en dat er wel degelijk sprake was van een post traumatische stressstoornis (PTSS).
De rechtbank Utrecht had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep bevestigde deze uitspraak. De Raad oordeelde dat de rechtbank het medisch onderzoek van het Uwv zorgvuldig had uitgevoerd en dat de rapporten van Leta voldoende onderbouwd waren. Appellant had onvoldoende bewijs geleverd om de conclusies van Leta te weerleggen. De Raad benadrukte dat het aan appellant was om met medische gegevens twijfel te zaaien aan de juistheid van de medische grondslag van de arbeidsongeschiktheidsbeslissing.
De Raad concludeerde dat de argumenten van appellant niet overtuigend waren en dat de eerdere beslissing van de rechtbank diende te worden bevestigd. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met J.W. Schuttel als voorzitter, en de griffier was I.J. Penning. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.