ECLI:NL:CRVB:2013:CA2434
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- I.J. Penning
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid onder de Wet WIA en de rol van medische expertise
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 juni 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Utrecht. De appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. C.T.W. van Dijk, had hoger beroep ingesteld tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat haar geen uitkering op grond van de Wet WIA toekende. Het Uwv had in zijn besluit van 18 februari 2011, dat het eerdere besluit van 20 oktober 2010 handhaafde, gesteld dat er bij appellante geen sprake was van toegenomen medische beperkingen sinds de laatste beoordeling van haar arbeidsongeschiktheid eind december 2006.
De rechtbank had het beroep van appellante ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelde dat de bezwaarverzekeringsarts, na een zorgvuldige afweging van alle relevante medische gegevens, tot de conclusie was gekomen dat er op de datum in geding geen psychiatrische stoornis kon worden vastgesteld. De rechtbank vond dat de bezwaarverzekeringsarts voldoende onderbouwd had waarom hij meer waarde hechtte aan het oordeel van de door het Uwv ingeschakelde psychiater R.L. Leta dan aan dat van de behandelend psychiater.
In hoger beroep herhaalde appellante haar eerdere gronden, waarbij zij stelde dat zij eind 2008 volledig arbeidsongeschikt was door ernstige psychiatrische problematiek. De Raad overwoog dat het wettelijk kader voor de beoordeling van een aanvraag als deze is vastgelegd in artikel 55 van de Wet WIA. De Raad onderschreef het oordeel van de rechtbank en concludeerde dat er geen bewijs was voor toegenomen beperkingen. De informatie die appellante in hoger beroep aanvoerde, bood geen nieuwe aanknopingspunten voor een andere conclusie.
De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak en zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door I.M.J. Hilhorst-Hagen, in tegenwoordigheid van I.J. Penning als griffier.