In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, waarin het beroep tegen een besluit van het Uwv ongegrond werd verklaard. Appellante, die sinds 15 augustus 2008 arbeidsongeschikt is door nek-, schouder- en knieklachten, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het Uwv dat haar geen recht op een uitkering op grond van de Wet WIA toekende. Het Uwv had vastgesteld dat appellante met inachtneming van haar medische beperkingen in staat werd geacht om de haar voorgehouden functies te vervullen, wat resulteerde in een arbeidsongeschiktheid van minder dan 35%. De rechtbank bevestigde dit standpunt in haar uitspraak van 24 januari 2011.
In hoger beroep heeft appellante zowel medische als arbeidskundige gronden aangevoerd. Het Uwv heeft in een nieuw besluit (besluit 2) het eerdere besluit (besluit 1) niet langer gehandhaafd en heeft vastgesteld dat appellante met ingang van 13 augustus 2010 35 tot 80% arbeidsongeschikt is en recht heeft op een loongerelateerde WGA-uitkering. De Raad voor de Rechtspraak heeft de medische beoordeling van de verzekeringsartsen en bezwaarverzekeringsartsen in het onderzoek betrokken en geconcludeerd dat de medische beperkingen van appellante correct zijn vastgesteld. De Raad heeft geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de conclusies van de verzekeringsartsen en heeft vastgesteld dat appellante in staat was om de voorgehouden functies te vervullen.
De Raad heeft ook de vaststelling van het maatmaninkomen beoordeeld. Appellante betwistte de berekening van het maatmaninkomen en voerde aan dat de eindejaarsuitkering in december 2007 als incidentele betaling moest worden aangemerkt. De bezwaararbeidsdeskundige heeft echter geconcludeerd dat deze uitkering een periodieke uitbetaling betrof. De Raad heeft de conclusies van de bezwaararbeidsdeskundige gevolgd en het hoger beroep van appellante gegrond verklaard, waarbij de eerdere uitspraak van de rechtbank werd vernietigd. De Raad heeft het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante en heeft bepaald dat het Uwv wettelijke rente moet vergoeden over de na te betalen uitkering.