ECLI:NL:CRVB:2013:2528
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- E.J.M. Heijs
- B. Barentsen
- Rechtspraak.nl
Terugvordering Wsw-uitkering wegens onderrealisatie arbeidsjaren
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Groningen. Het college van burgemeester en wethouders van Bellingwedde had hoger beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, waarin een bedrag van € 203.912,- werd teruggevorderd. Dit bedrag was gebaseerd op de constatering dat de totale realisatie in arbeidsjaren over 2009 minder was dan de verstrekte uitkering. De staatssecretaris handhaafde dit besluit na bezwaar, wat leidde tot de rechtszaak.
De Raad overwoog dat het college niet tijdig gebruik had gemaakt van de mogelijkheid om correcties aan te brengen in de verantwoordingsinformatie. De Raad verwees naar eerdere uitspraken over de verplichting om voor 15 juli van het betreffende jaar een financiële verantwoording aan te leveren. Het college had aangevoerd dat er geen uiterste hersteltermijn was tot de inwerkingtreding van een wetswijziging, maar de Raad oordeelde dat deze wijziging niet van toepassing was op het verantwoordingsjaar 2009.
De Raad bevestigde dat de staatssecretaris een gerechtvaardigd belang heeft bij het handhaven van de verplichtingen rondom tijdige en correcte verantwoording. Het college had geen grond om aan te nemen dat de gewijzigde wetgeving ook voor het verleden gold. De uitspraak van de Raad van State die door het college werd ingeroepen, werd niet relevant geacht, omdat de omstandigheden wezenlijk verschilden.
Uiteindelijk werd het hoger beroep van het college afgewezen en de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.