Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- wijst de zaak terug naar de rechtbank;
- bepaalt dat het Uwv aan appellante het in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht, waarin het beroep van appellante niet-ontvankelijk werd verklaard. Appellante had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat haar recht op een loongerelateerde WGA-uitkering had vastgesteld op basis van een arbeidsongeschiktheid van 35 tot 80%. De rechtbank oordeelde dat de hoogte van de uitkering voor appellante niet zou veranderen, ongeacht de mate van arbeidsongeschiktheid, en dat zij geen procesbelang had. Appellante stelde echter dat de mate van arbeidsongeschiktheid wel degelijk van belang is, omdat alleen bij volledige arbeidsongeschiktheid haar pensioenopbouw premievrij kan worden voortgezet.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak van 13 november 2013 geoordeeld dat de rechtbank ten onrechte het beroep niet-ontvankelijk heeft verklaard. De Raad heeft vastgesteld dat procesbelang aanwezig is, omdat de mate van arbeidsongeschiktheid invloed heeft op de soort en hoogte van de WGA-uitkering na afloop van de loongerelateerde uitkering (LGU). De Raad heeft de uitspraak van de rechtbank vernietigd en de zaak terugverwezen naar de rechtbank voor verdere behandeling. Tevens is het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante, die zijn begroot op € 472,- voor rechtsbijstand in hoger beroep.