ECLI:NL:CRVB:2013:2480
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.F. Bandringa
- W.F. Claessens
- P.W. van Straalen
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens schending inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 november 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank ’s-Hertogenbosch. De zaak betreft de intrekking en terugvordering van bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) door het college van burgemeester en wethouders van Uden. Betrokkenen, een echtpaar, ontvingen bijstand in verschillende perioden, maar hebben nagelaten melding te maken van op geld waardeerbare werkzaamheden die betrokkene 1 verrichtte voor een vennootschap. De Raad heeft vastgesteld dat betrokkene 1 in de perioden 2 en 3 werkzaamheden heeft verricht die van invloed waren op het recht op bijstand. De Raad oordeelde dat betrokkenen hun inlichtingenverplichting hebben geschonden door deze werkzaamheden niet te melden, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank voor zover deze betrekking had op de perioden 2 en 3 en verklaarde het beroep van het college ongegrond. De Raad oordeelde dat de terugvordering van de bijstandsuitkeringen over deze perioden gerechtvaardigd was, aangezien er geen dringende redenen waren om van terugvordering af te zien. De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van de inlichtingenverplichting door bijstandsontvangers.