ECLI:NL:CRVB:2013:2398
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.S. van der Kolk
- A.I. van der Kris
- K. Wentholt
- Rechtspraak.nl
Weigering van WAJONG-uitkering en de beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft appellant op 27 augustus 2010 een uitkering ingevolge de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong) aangevraagd vanwege psychische klachten. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft op 3 januari 2011 vastgesteld dat appellant geen recht heeft op een uitkering, omdat hij meer dan 75% van het minimumloon kan verdienen. Het bezwaar van appellant tegen dit besluit werd op 28 april 2011 ongegrond verklaard. De rechtbank Groningen heeft in haar uitspraak van 19 januari 2012 het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, waarbij werd overwogen dat het medisch onderzoek door de verzekeringsartsen niet onzorgvuldig was en dat de bezwaararbeidsdeskundige overtuigend had aangetoond dat de functies voor appellant passend waren.
In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat er beperkingen hadden moeten worden aangenomen op het gebied van concentratie en het aantal te werken uren, en dat er onvoldoende aandacht was besteed aan de gevolgen van overbelasting door zijn psychische kwetsbaarheid. Appellant heeft rapporten overgelegd van psychiater/neuroloog C.J.F. Kemperman en arbeidsdeskundige W. Elsman, waarin werd gepleit voor een urenbeperking en een prikkelarme werkomgeving.
De Raad voor de Rechtspraak heeft de argumenten van appellant beoordeeld en geconcludeerd dat de verzekeringsartsen zorgvuldig hebben gehandeld. De bezwaarverzekeringsarts heeft de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) op basis van de informatie van de behandelend psycholoog opgesteld en de beperkingen van appellant vastgesteld. De Raad heeft vastgesteld dat de bezwaararbeidsdeskundige de functies van productiemedewerker en administratief medewerker op een juiste manier heeft beoordeeld, en dat appellant minder dan 25% arbeidsongeschikt wordt geacht. De Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en het Uwv veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van appellant.