ECLI:NL:CRVB:2013:2387
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toeslagverlening bij bijstandsverlening en woonsituatie
In deze zaak gaat het om de weigering van een toeslag van 20 procent op de bijstandsverlening aan appellante, die samen met haar zuster in een huis woont. Appellante ontving aanvankelijk bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) met een toeslag van 20 procent, maar het college van burgemeester en wethouders van Rijswijk heeft deze toeslag ingetrokken en een toeslag van 10 procent toegekend. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak in hoger beroep behandeld na een eerdere uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage. De Raad heeft vastgesteld dat appellante in een woning woont waarin ook haar zuster woont, en dat deze situatie niet voldoet aan de voorwaarden voor de hogere toeslag. De Raad heeft de feiten en omstandigheden van de woonsituatie van appellante beoordeeld, waarbij is gekeken naar de definitie van een woning in de WWB en de bijbehorende verordening. De Raad concludeert dat de ruimte die appellante bewoont niet als zelfstandige woning kan worden aangemerkt, omdat zij de toegang en enkele gemeenschappelijke ruimtes deelt met haar zuster. Hierdoor heeft het college terecht de bijstandsverlening met een toeslag van 10 procent vastgesteld. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van appellante af.