ECLI:NL:CRVB:2013:2305
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C. van Viegen
- R.H.M. Roelofs
- P.W. van Straalen
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand op basis van onjuiste informatie en schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 november 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Utrecht. De zaak betreft de intrekking, beëindiging en terugvordering van bijstand aan appellanten, die van 2 april 2003 tot 1 februari 2008 bijstand ontvingen als alleenstaande ouder en daarna als gehuwden. Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht heeft de bijstand ingetrokken en teruggevorderd op basis van bevindingen uit een onderzoek naar de rechtmatigheid van de bijstand. Dit onderzoek werd gestart na een verkeerscontrole waarbij appellant als bijrijder in een bedrijfswagen werd aangetroffen. Het college concludeerde dat appellanten hun inlichtingenverplichting hadden geschonden door geen deugdelijke verantwoording van hun inkomsten en uitgaven te geven. De rechtbank verklaarde het beroep van appellanten ongegrond, maar in hoger beroep stelden appellanten dat zij hun uitgaven deels uit gespaarde gelden en andere inkomsten hadden gefinancierd. De Raad oordeelde dat het college ten onrechte had gesteld dat het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak en het besluit van het college, en droeg het college op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens werd het college veroordeeld in de proceskosten van appellanten tot een bedrag van € 1.888,- en diende het griffierecht van € 156,- te worden vergoed.