ECLI:NL:CRVB:2013:2262
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.S. van der Kolk
- A.I. van der Kris
- K. Wentholt
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de geschiktheid van functies in het kader van de WAO-uitkering na herbeoordeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 oktober 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Roermond. De appellant, die sinds 1993 een WAO-uitkering ontvangt, heeft in 2010 een herbeoordeling ondergaan. De verzekeringsarts van het Uwv heeft beperkingen vastgesteld in een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) op basis van de diagnoses hernia en psoriasis. De appellant was het niet eens met de herziening van zijn uitkering, die per 17 februari 2011 was aangepast naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 25 tot 35%.
De rechtbank heeft in de eerdere uitspraak geoordeeld dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en dat de door appellant ingebrachte medische informatie geen aanleiding gaf om de in de FML neergelegde beperkingen te betwisten. In hoger beroep heeft de appellant zijn eerdere gronden herhaald en aangevoerd dat zijn rugklachten en sociaal-emotionele beperkingen onvoldoende zijn meegewogen. De Raad heeft echter vastgesteld dat de bezwaarverzekeringsarts de FML adequaat heeft gemotiveerd en dat de geselecteerde functies voor appellant geschikt zijn.
De Centrale Raad van Beroep heeft geconcludeerd dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat er geen medische aanwijzingen zijn dat de agressieve reacties van appellant voortkomen uit ziekte of gebrek. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep niet slaagt. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.