ECLI:NL:CRVB:2013:2259
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.S. van der Kolk
- A.I. van der Kris
- K. Wentholt
- Rechtspraak.nl
Afwijzing WIA-uitkering wegens onvoldoende arbeidsongeschiktheid en geschiktheid voor geselecteerde functies
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 oktober 2013 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om haar aanvraag voor een WIA-uitkering af te wijzen. Appellante, die als medewerkster in een wasserette werkte, had zich ziek gemeld vanwege buikklachten, rugpijn en hoofdpijn. Na een medisch onderzoek door een verzekeringsarts van het Uwv werd vastgesteld dat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt was, wat leidde tot de afwijzing van haar aanvraag voor een WIA-uitkering.
De Raad oordeelde dat het medisch onderzoek door de verzekeringsarts adequaat was uitgevoerd en dat er geen reden was om aan te nemen dat de gezondheidssituatie van appellante tussen het onderzoek en de datum van de beslissing was verslechterd. De bezwaarverzekeringsarts had appellante niet zelf hoeven onderzoeken, aangezien de medische problematiek voldoende duidelijk was op basis van het dossier en de hoorzitting. Appellante had ook geen nieuwe informatie over haar gezondheid ingediend die de eerdere conclusies van de artsen zou kunnen ondermijnen.
Daarnaast werd het opleidingsniveau van appellante beoordeeld. De Raad concludeerde dat appellante in staat was om de door de bezwaararbeidsdeskundige geselecteerde functies te vervullen, ondanks haar taalachterstand. De rechtbank had terecht geoordeeld dat appellante in Marokko het basisonderwijs had afgerond en dat haar opleidingsniveau minimaal LBO was. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep van appellante niet slaagde.