ECLI:NL:CRVB:2013:2153
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de toekenning van partnertoeslag in het kader van duurzaam gescheiden leven
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 oktober 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toekenning van een partnertoeslag aan appellant, die in Israël woont, terwijl zijn echtgenote in Nederland verblijft. De Sociale Verzekeringsbank (Svb) had aan appellant meegedeeld dat hij niet meer in aanmerking kwam voor de partnertoeslag, omdat zijn echtgenote 65 jaar wordt en recht heeft op een eigen AOW-pensioen. De rechtbank had eerder geoordeeld dat er geen sprake was van duurzaam gescheiden leven, wat appellant betwistte. Hij stelde dat hij en zijn echtgenote de intentie hadden om samen te leven, maar dat dit door omstandigheden niet mogelijk was. De Raad overwoog dat duurzaam gescheiden leven pas aan de orde is als er sprake is van een gewilde verbreking van de echtelijke samenleving, wat niet ondubbelzinnig uit de feiten bleek. De Raad concludeerde dat appellant en zijn echtgenote, ondanks hun feitelijke scheiding, nog steeds de intentie hadden om samen te leven en dat zij aanzienlijke inspanningen deden om elkaar te bezoeken. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek van appellant om schadevergoeding af. De uitspraak benadrukt de nuances van het begrip duurzaam gescheiden leven en de voorwaarden waaronder dit kan worden aangenomen.