Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de weigering van een WAO-uitkering aan appellante, die sinds 19 februari 2001 als computerprogrammeur werkzaam was. Na een periode van ziekte en een eerdere toekenning van een WAO-uitkering, werd deze in 2005 beëindigd. Appellante meldde in 2009 toegenomen beperkingen door het Postural Orthostatic Tachycardia Syndrome (POTS), maar het Uwv weigerde haar opnieuw een uitkering toe te kennen, omdat zij minder dan 15% arbeidsongeschikt werd geacht. De rechtbank Groningen verklaarde het beroep van appellante ongegrond, waarna zij in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de bezwaarverzekeringsarts de medische beoordeling van appellante correct had uitgevoerd. De bezwaarverzekeringsarts had de toegenomen beperkingen van appellante goed gemotiveerd en de geschiktheid voor de voorgehouden functies van boekhouder, productiemedewerker en magazijnmedewerker was voldoende onderbouwd. Appellante voerde aan dat de bezwaararbeidsdeskundige ten onrechte was uitgegaan van de functie programmeur als maatman, terwijl zij als analist-programmeur had moeten worden beschouwd. De Raad oordeelde dat er geen voldoende zekerheid was dat appellante als analist-programmeur zou zijn gaan werken, en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank.
De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met J.W. Schuttel als voorzitter, en werd openbaar uitgesproken op 11 oktober 2013.