ECLI:NL:CRVB:2013:2017
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C. van Viegen
- P.W. van Straalen
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand en terugvordering door het dagelijks bestuur wegens onroerende goederen in Turkije
In deze zaak gaat het om de intrekking van bijstandsuitkeringen aan appellanten door het dagelijks bestuur van de Regionale Sociale Dienst Alblasserwaard / Vijfheerenlanden. De intrekking is gebaseerd op het standpunt dat appellanten beschikten of konden beschikken over onroerende goederen in Turkije, waarvan zij geen melding hadden gemaakt aan het dagelijks bestuur. De uitbetaling van de bijstand is geblokkeerd vanaf 1 oktober 2010 en de bijstand is met terugwerkende kracht ingetrokken vanaf 11 juni 2007. Het dagelijks bestuur heeft vervolgens de gemaakte kosten van bijstand teruggevorderd, wat neerkomt op een bedrag van € 37.809,99.
Appellanten hebben tegen deze besluiten bezwaar gemaakt, maar het dagelijks bestuur heeft het bezwaar ongegrond verklaard. De rechtbank Dordrecht heeft het beroep van appellanten tegen dit besluit eveneens ongegrond verklaard. Appellanten hebben hiertegen hoger beroep ingesteld, waarbij zij aanvoeren dat de terugvordering onaanvaardbare financiële en sociale gevolgen heeft. De Raad voor de Rechtspraak oordeelt echter dat de intrekking van de bijstand in stand blijft, en dat het dagelijks bestuur bevoegd is om de kosten van bijstand terug te vorderen. De Raad wijst erop dat appellanten de bescherming van de regels over de beslagvrije voet kunnen inroepen, en dat de door hen aangevoerde problemen in de familiesfeer niet voldoende zijn om van terugvordering af te zien.
De Raad concludeert dat het hoger beroep van appellanten niet slaagt en bevestigt de aangevallen uitspraak van de rechtbank. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met C. van Viegen als voorzitter en P.W. van Straalen en J.M.A. van der Kolk-Severijns als leden. De beslissing is openbaar uitgesproken op 8 oktober 2013.