ECLI:NL:CRVB:2013:1983
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.J. de Mooij
- A.J. Schaap
- M.I. 't Hooft
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van boetes opgelegd door het College voor zorgverzekeringen wegens het niet afsluiten van een zorgverzekering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 oktober 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Utrecht. De appellant, die geen zorgverzekering had afgesloten, ontving van het College voor zorgverzekeringen (Cvz) een boete. De appellant had in hoger beroep aangevoerd dat de Zorgverzekeringswet (Zvw) in strijd is met internationaal vastgestelde mensenrechten en dat de rechtbank ten onrechte had overwogen dat zij niet bevoegd was om de Zvw te toetsen op internationale rechtsgeldigheid. De rechtbank had eerder het beroep van de appellant ongegrond verklaard en de onverbindendheid van artikel 2, eerste lid, van de Zvw verworpen.
De Raad heeft de feiten vastgesteld, waaronder de communicatie van Cvz aan de appellant over de verplichting tot het afsluiten van een zorgverzekering en de daaropvolgende boetes. De Raad heeft overwogen dat de rechtbank een juist toetsingskader heeft gegeven en dat de appellant niet heeft onderbouwd op basis van welke internationaal verbindende bepalingen de conclusie van de rechtbank onjuist zou zijn. De Raad heeft geconcludeerd dat de beroepsgronden van de appellant geen doel treffen en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met H.J. de Mooij als voorzitter en A.J. Schaap en M.I. 't Hooft als leden, in aanwezigheid van G.J. van Gendt. De beslissing is openbaar uitgesproken op 9 oktober 2013.