Uitspraak
OVERWEGINGEN
4.6. Hetgeen onder 4.1 tot en met 4.5 is overwogen voert tot de conclusie dat het hoger beroep niet slaagt. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellant een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de aanschaf van een wasmachine en een koelkast, omdat deze om onvoorziene redenen aan vervanging toe zijn. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam heeft deze aanvraag afgewezen, met als argument dat bijstandsgerechtigden de kosten voor dergelijke huishoudelijke apparaten in beginsel zelf moeten betalen. De rechtbank heeft het college in zijn standpunt gevolgd en de aanvraag van appellant afgewezen, omdat er geen bijzondere omstandigheden waren die een uitzondering op het beleid rechtvaardigden.
De Raad voor de Rechtspraak heeft op 1 oktober 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep. Appellant heeft aangevoerd dat hij niet had kunnen voorzien dat de levensduur van de wasmachine en de koelkast korter zou zijn dan gebruikelijk. Hij heeft ook gesteld dat hij door schulden niet in staat is om de kosten zelf te dragen en dat het beleid om als bijstandsgerechtigde te sparen niet aansluit bij de praktijk. Appellant meent dat er bijzondere omstandigheden zijn die hem recht geven op bijstand.
De Raad heeft echter geoordeeld dat de kosten voor de wasmachine en de koelkast behoren tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan, die in beginsel uit het inkomen moeten worden betaald. De Raad heeft vastgesteld dat appellant, ondanks zijn financiële situatie, de mogelijkheid heeft om de kosten gespreid te betalen. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de kosten niet voortvloeien uit bijzondere omstandigheden en dat het college op juiste wijze heeft gehandeld door de aanvraag af te wijzen.
De Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan op 1 oktober 2013.